RegelWijzer-werkgroep UNICUM Huisartsenzorg: ‘Ontregelen zorgt voor minder frustratie’

Tegen welke regels lopen medewerkers van huisartsenpraktijken aan in hun werk? En hoe kun je daar samen met andere professionals mee omgaan? In dit artikel delen we 3 strategieën van Conny Appeldoorn en Victoria Jongkamp, collega’s bij een huisartsenpraktijk in Houten.

Conny werkt als coördinator doktersassistent en praktijkmanager, Victoria als huisarts. Beiden zijn lid van de werkgroep RegelWijzer; een project dat loopt binnen UNICUM Huisartsenzorg. Deze werkgroep beoordeelt meldingen van onzinnige regels in de regio’s Zuidoost-Utrecht en Lekstroom, en bekijkt hoe deze opgepakt kunnen worden. Ook meldingen van zinnige regels die niet worden nageleefd zijn van harte welkom. Alle meldingen komen binnen via het online loket RegelWijzer: Jij aan zet!. UNICUM zette dit loket met behulp van een ORDZ-subsidie op.

In de werkgroep bespreken de leden ook strategieën hoe ze kunnen omgaan met onzinnige regels of met zinnige regels die niet worden nageleefd. Conny en Victoria geven in dit artikel voor 3 van die strategieën praktijkvoorbeelden.

Strategie 1: Wees je bewust van de regels

Succesvol ontregelen draait om bewustwording, stellen Victoria en Conny. ‘Veel dingen gebeuren omdat we het altijd zo doen’, zegt Conny. ‘Assistentes mogen daarin best wat stelliger zijn: niet alle taken horen bij de huisarts. Daarom hebben we binnen het ontregelproject een zakkaartje ontwikkeld om hen te herinneren aan de regels. Stel dat je als doktersassistente een telefoontje krijgt omdat een internist iemand wil doorverwijzen naar de cardioloog, en jij om die doorverwijzing wordt gevraagd. Dan herinnert dat kaartje eraan dat zo’n doorverwijzing helemaal niet nodig is.’ Conny vertelt dat ze eerder deze dag nog zo’n telefoontje kreeg. ‘Over een doorverwijzing voor een knie én heup. Voor de heup zou er dan nog een aparte verwijzing nodig zijn. Maar meerdere zorgvragen voor 1 specialisme mogen in 1 verwijzing gecombineerd worden. Ik heb toen naar het ziekenhuis gebeld om te zeggen dat er geen 2 verwijzingen nodig zijn. “O ja, sorry, je hebt gelijk”, was de reactie.’

Dat is een mooi voorbeeld, vindt Victoria. ‘Ik ben soms nog geneigd om het dan toch te doen, want het is snel klaar. Ik hoor het ook weleens van andere huisartsen, die dan zeggen dat ze “niet zo moeilijk doen”. Maar op die manier houd je die service én de hoge werkdruk in stand. We moeten dus bewuster omgaan met de regels en afspraken die er zijn.’

Strategie 2: Vraag elkaar waarom je iets (niet) doet

Victoria vertelt dat ze ook in een werkgroep zit voor RSO Trijn, de regionale samenwerkingsorganisatie voor alle zorg- en welzijnsorganisaties in de regio Utrecht – Amersfoort. ‘Door elkaar op te zoeken in zulke werkgroepen, kunnen we bruggen slaan.’ Elkaar als professional bevragen waarom je iets doet of juist niet, dat vinden beiden belangrijk. Conny geeft nog een voorbeeld uit de praktijk. ‘De thuiszorg vroeg ons voor compressietherapie opeens om een enkel-armindex , een onderzoek van de bloedvaten. Eerder vroegen ze ons dat niet. Daarom hebben wij contact opgenomen om te vragen wat hun belang daarbij is. Toen bleek dat zij werken volgens de richtlijn dermatologie. Wij werken volgens die van de huisartsen. We hebben afgesproken dat de thuiszorg nu gaat kijken hoe we dat kunnen oplossen.’

‘Door elkaar op te zoeken in werkgroepen, kunnen we bruggen slaan’

Strategie 3: Verduidelijk de regel

Soms kan een bestaande regel op meerdere manieren geïnterpreteerd worden. Bijvoorbeeld een regel over wie een verwijzing maakt voor een second opinion: ‘De bestaande regel kwam erop neer dat een second opinion bij de specialist kon worden aangevraagd, maar ook bij de huisarts’, licht Victoria toe. ‘Die regel hebben we verduidelijkt. Nu is de afspraak dat de behandelend specialist de verwijzing voor een second opinion maakt. Dit hebben we ook op de RegelWijzer-website geplaatst. Dat werkt ondertussen heel goed: ik zie geen aanvragen voor second opinions meer langskomen.’

Ook hierbij speelt bewustwording weer een belangrijke rol. ‘Het is belangrijk dat iedereen de regels op dezelfde manier volgt’, zegt Conny. ‘Daar ligt ook een taak voor de doktersassistentes.’ Victoria: ‘Het is belangrijk dat poli-assistentes en doktersassistentes de regels goed weten en naleven. Daar begint het mee. Ziekenhuizen vinden het vaak helemaal niet erg als je ze daarop wijst; ze geven zelf aan dat ze vastzitten in patronen. Waar ik blij mee ben, is dat we nu kunnen terugvallen op een factsheet van de Landelijke Huisartsen Vereniging over de rolverdeling tussen de huisarts en medisch specialisten bij de verwijzing van patiënten. Daarin staat duidelijk dat de specialist van begin tot eind alles regelt.’

Nee zeggen mag

‘Ik vind het leuk om collega’s enthousiast te maken over het ontregelen’, zegt Conny. ‘Om hen erop te wijzen dat we iets niet hoeven te doen. Nee zeggen mag, ook tegen een patiënt. Want is het goede zorg als je doet wat niet nodig is? Wat mij betreft niet. Het draagt niets bij.’ Victoria vult aan: ‘Als je niet weet waar je van bent, weet je niet waar je voor staat. Ik vind het leuk om direct effect te zien in mijn spreekkamer. Ontregelen zorgt voor minder frustratie.’ Conny besluit: ‘We kunnen de werkdruk omlaag brengen door grenzen te stellen en alleen die taken te doen die ook echt bij de huisartsenzorg horen.’

‘Is het goede zorg als je doet wat niet nodig is? Wat mij betreft niet’

Meer weten?