Nastasja Cornelissen-Kolorz (VieCuri) en Sylvia Wessels (Cohesie): “Aan het eind van de dag willen we blije zorgprofessionals”
Sylvia Wessels is sinds 2020 bestuurder bij huisartsencoöperatie Cohesie. Iets verderop werkt Nastasja Cornelissen-Kolorz als bestuurder bij VieCuri Medisch Centrum, sinds 2021. Beide organisaties werken samen om de samenwerking tussen de eerste- en tweedelijnszorg in de regio Noord-Limburg te verbeteren. We leggen Sylvia en Nastasja – en andere zorgbestuurders – 5 vragen voor over waarom en hoe ze ontregelen. En wat dit ze oplevert.
Nastasja: “Want we weten dat dat een hele brede uitwerking heeft. Als de professional tevreden is, verhoogt dat ook de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg.”
Hoe maken VieCuri en Cohesie werk van ontregelen?
Nastasja: “VieCuri en Cohesie werken heel nauw samen. Er zijn veel contactmomenten tussen huisartsen, specialisten en andere professionals van beide organisaties. We merkten dat in die dynamiek van samenwerking frustratie zat, bijvoorbeeld over wie verantwoordelijk is voor een verwijzing. Of over de bereikbaarheid van medisch specialisten. Dat beïnvloedde het werkplezier van onze professionals en de onderlinge relatie. We vonden het belangrijk om hier iets aan te veranderen.”
Sylvia: “We hebben daarom binnen het Medisch Coördinerend Centrum (MCC) – ons regionale samenwerkingsverband – een samenwerkingsagenda opgesteld om die verandering op gang te krijgen. Uit beide organisaties is daar een sterke coördinator aan gekoppeld die bekend is met zowel de eerstelijns- als tweedelijnszorg, en een medisch coördinator met veel praktijkervaring. Zij hebben in beide organisaties opgehaald waar zorgprofessionals tegenaan lopen, en zijn aan de slag gegaan om daar heldere afspraken over te maken en de werkprocessen te optimaliseren.”
Hoeveel tijd maken jullie zelf vrij in jullie agenda voor ontregelen?
Nastasja: “Aan het begin van het project hebben we veel tijd geïnvesteerd om de dialoog over ontregelen op gang te krijgen. Dat was een wat meer initiërende en creërende rol. Nu merken we dat we wat meer afstand kunnen nemen, en vooral een monitorende rol hebben.”
Sylvia: “De infrastructuur staat nu, het MCC-team is zelf aan de slag. Zij haken ons aan wanneer dat zinvol is. Maar we laten het onderwerp zeker niet los.”
Sylvia: “Het gaat om werkplezier. Aan het eind van de dag wil je blije dokters. Maar niet alleen dokters, ook het hele team dat daaromheen zit.”
Wat heeft ontregelen jullie opgeleverd?
Nastasja: “Allereerst hebben we een aantal concrete resultaten bereikt. We hebben het Digitaal Advies Consult ingevoerd. Daarmee kunnen professionals van beide organisaties elkaar snel consulteren, zonder dat een patiënt direct doorverwezen wordt – met alle administratieve lasten die daarbij horen. En we hebben verschillende transmurale afspraken gemaakt, bijvoorbeeld over telefonische bereikbaarheid.”
Sylvia: “We organiseerden een tijdje terug ook een bijeenkomst voor zorgprofessionals uit beide organisaties. Daar hebben bijvoorbeeld poli-assistenten van VieCuri en doktersassistenten van Cohesie elkaar beter leren kennen. Zo ontstaat er meer onderling begrip voor elkaars drukte en werkwijze. En wordt er minder werk heen en weer geschoven. Waar er eerst soms 3 of 4 telefoontjes nodig waren voor een verwijzing, is dat er nu maar 1. Dat is voor de patiënt natuurlijk ook heel fijn. Zulke initiatieven verhogen het onderlinge werkplezier enorm.”
Waar lopen jullie tegenaan bij het ontregelen?
Sylvia: “Als ik heel eerlijk ben, vind ik dat ik het beter gaat dan ik had verwacht.”
Nastasja: “Daar sluit ik me bij aan. Want het zijn – bij wijze van spreken – toch 2 bloedgroepen die we samen hebben gebracht. Daarom is er geduld en begrip nodig tijdens de herinrichting van processen. Het kost tijd om veranderingen teweeg te brengen. Al helemaal omdat de dynamiek van de organisaties verschillend is. Maar als ik dan zie welke resultaten we nu al boeken... Dat is zeker boven verwachting.”
Sylvia: “Ja, hier zitten 2 trotse bestuurders.”
Nastasja: “En dat geeft ook wel honger om de samenwerking uit te breiden naar andere zorgorganisaties binnen de regio. Daar zien we veel kansen. Maar we vinden het wel belangrijk om gedoseerd te groeien, zodat we niet het kind met het badwater weggooien.”
Tips van Sylvia Wessels en Nastasja Cornelissen-Kolorz om aan de slag te gaan met ontregelen
- Wees je bewust dat de interventie die nodig is divers kan zijn. Bij ons zat die interventie deels op de relatie en verbinding. Het ging dus niet alleen om inhoudelijke werkafspraken, maar zeker ook over hoe we ervoor zorgen dat die afspraken aansluiten bij de praktijk van beide organisaties en daar ook daadwerkelijk worden opgepakt.
- Zorg voor goede coördinatie en betrek zorgprofessionals. Wij hebben 2 transmuraal coördinatoren aangesteld die in feite als verbindingsofficieren werken: ze kennen zowel de eerste- als tweedelijnszorg en kunnen daardoor over de grenzen van hun eigen organisatie heen stappen. Daarnaast hebben wij vanuit beide organisaties dokters met een bepaalde uitstraling binnen de eigen organisatie aan het projectteam toegevoegd. Zo vergroot je het draagvlak.
- Begin klein en schaal van daaruit op. Zorg dat je aanpak goed staat voordat je deze verder uitbreidt.
- Ga als bestuurders achter je professionals staan. Het doet ertoe als je uitspreekt dat je het belangrijk vindt dat de zorgverleners op een goede manier kunnen samenwerken. Of dat nu gaat om het doorbellen van een kritische waarde of een beoordeling van een ECG/hartfilmpje – dat maakt niet uit. Geef ruimte en erkenning voor de frustraties. En help vervolgens om ze daadwerkelijk aan te pakken.